Wetenschappelijke feiten worden tegenwoordig om de haverklap betwist, vooral wanneer zij deel uitmaken van een maatschappelijk probleem met directe gevolgen voor het dagelijkse leven van burgers.

Voordat de COVID-19-crisis haar intrede deed, was de relatie tussen overheid, wetenschap en burgers al danig getroebleerd. Denk aan de ontwrichtende invloed van klimaatsceptici, de stikstofcrisis met haar opstandige boeren en de opkomst van mediavaardige antivaxers. Hoe verschillend antivaxers en aanhangers van Viruswaarheid ook zijn, in coronaprotesten staan ze broederlijk naast elkaar. Dat duidt erop dat deze groepen ook iets met elkaar delen, en het is belangrijk om te begrijpen wat precies. Mijn hypothese is dat dit te maken heeft met een overschatting  van de rol die wetenschap heeft in het bezweren van de problemen.   

Ouders die vaccinaties voor hun kinderen weigeren, verwijzen niet naar diepgewortelde noties van ‘goed ouderschap’ maar naar de omstredenheid van wetenschappelijke feiten

In een verwetenschappelijkte samenleving als de onze is het (h)erkennen van waarden die op het spel staan, verre van vanzelfsprekend. Ouders die vaccinaties voor hun kinderen weigeren of er sterk over twijfelen, verwijzen niet naar diepgewortelde noties van ‘goed ouderschap’ maar naar de omstredenheid van de aangehaalde wetenschappelijke feiten. De communicatie over het  vaccinatiebeleid is gestoeld op sterk individualistische idealen – doe vooral, op basis van zelf gecheckte informatie, wat het beste is voor jouw kind en jouw vrijheid – maar bedekt deze waarden onder een deken van wetenschappelijkheid. Wanneer burgers het vaccinatiebeleid ter discussie stellen, doen ze vervolgens wel een beroep op deze waarden, waarmee het individualistische ideaal als een boemerang terugkeert naar de publieke arena. Het fungeert dan niet meer als een oplossing voor het maatschappelijke probleem maar eerder als barrière voor die oplossing.

Van debat naar dialoog

Om uit de impasse te komen is de omslag van debat, dat winnaars en verliezers creëert aan de hand van het uitwisselen (en vooronderstellen) van standpunten, naar dialoog, die verborgen aannames (waarden!) naar de oppervlakte brengt om ze bespreekbaar te maken, essentieel. En laten we vooral moed houden. Ik heb in mijn werk regelmatig versteld gestaan van de mogelijkheden die dialoog biedt in volstrekt vastgelopen situaties, die traditioneel met repeterend debat werden afgedaan.


Hedwig te Molder is hoogleraar taal en communicatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is gespecialiseerd in wetenschapscommunicatie. Ze is projectleider van Talk in Action! Towards a constructive dialogue between stakeholders on livestock-related zoonoses.

Foto:  Privécollectie Hedwig te Molder
Publicatiedatum: 19 februari 2021

Naar boven
Direct naar: InhoudDirect naar: NavigatieDirect naar: Onderkant website