Uit onderzoek van het Amsterdam UMC blijkt dat Amsterdammers met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst vrijwel net zo vaak COVID-19-antistoffen in het bloed hebben als hoofdstedelingen van Nederlandse komaf. Alleen bij de kleinere groep Ghanezen lag dit percentage in 2020 hoger.
In het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten worden bepaalde etnische-minderheidsgroepen vaker getroffen door het coronavirus. Het Amsterdam UMC, de GGD Amsterdam en het Expertisecentrum Pharos wilden weten of dergelijke verschillen ook in Nederland voorkomen. Om dat te onderzoeken, maakten zij gebruik van het populatie-cohort van de HELIUS-studie. Dit is een onderzoek waarbij het ziekenhuis en de GGD Amsterdam sinds 2010 inzicht proberen te krijgen in de gezondheidsverschillen van Amsterdammers met een verschillende afkomst.
Uit het HELIUS-cohort hebben de onderzoekers een willekeurige groep Amsterdammers van Surinaamse, Turkse, Marokkaanse, Ghanese en Nederlandse herkomst geselecteerd. In totaal ging het om 2.494 mensen van diverse leeftijden en gelijkelijk verdeeld over de 5 verschillende bevolkingsgroepen. Bij hen werden in de periode eind juni tot begin oktober 2020 bloedmonsters afgenomen om antistoffen te bepalen tegen het coronavirus. Bovendien vulden de deelnemers een vragenlijst in over onder andere blootstelling aan het virus en of ze zelf het vermoeden hadden of ze waren geïnfecteerd.
Projectleider Karien Stronks, hoogleraar public health Amsterdam UMC, vertelt dat in 4 van de 5 groepen de besmettingsgraad varieerde van 5% tot 7%, maar dat maar liefst 25% van de Ghanese bevolking antistoffen had. ‘Opvallend was bovendien dat de Ghanese deelnemers vaker dachten dat ze geen infectie hadden gehad vanwege het uitblijven van symptomen en dat er niemand in hun huishouden was besmet. Dat maakt het lastig om de richtlijnen voor testen en thuisisolatie op te volgen.’
Hoe het komt dat de besmettingsgraad bij Ghanese mensen zo hoog is, wordt nu verder onderzocht. Er zullen meerdere factoren meespelen. Zo is bekend dat zij vaak in een sector werken waar thuiswerken geen optie is en dat ze in de onderzochte periode regelmatig plekken bezochten waar veel mensen samen zijn, zoals kerkdiensten. Preventieteams van de GGD Amsterdam gaan samen met de Ghanese gemeenschap digitale informatiebijeenkomsten organiseren en voorlichtingsmaterialen ontwikkelen om verdere besmetting te voorkomen. Stronks: ‘Verder onderzoeken we waarom mensen met een niet-westerse achtergrond en met COVID-19 vaker in het ziekenhuis belanden, zoals we hebben gevonden. Vermoedelijk heeft dit te maken met bijkomende gezondheidsproblemen zoals COPD, astma, overgewicht of suikerziekte.’
Project: Etnische ongelijkheid bij COVID-19
Projectleider: Karien Stronks, Amsterdam UMC
Programma: COVID-19 Programma, projectnummer: 10430022010002