Van alle 55-plussers hebben iets meer dan 10.000 mensen een actieve doodswens en een concrete wens tot levensbeëindiging, zonder dat zij ernstig ziek zijn. Vanwege de heterogeniteit van deze groep is nog niet met zekerheid te zeggen of zij binnen de euthanasiewet vallen. Dit blijkt uit het onderzoek van de Universiteit voor Humanistiek en het Julius Centrum van het UMCU.
Hulp bij zelfdoding bij ‘voltooid leven’ is al jaren onderwerp van maatschappelijk debat. Moet het mogelijk zijn hulp bij zelfdoding te verlenen aan ouderen die niet meer willen leven, zonder dat zij ernstig ziek zijn? Deze ouderen lijken buiten de euthanasiewet te vallen, omdat hun lijden geen of onvoldoende medische grondslag heeft. Bij de discussie over eventuele aanpassingen van de euthanasiewet is meer inzicht nodig in de mensen om wie het gaat.
In opdracht van het ministerie van VWS verrichtten de Universiteit voor Humanistiek en het Julius Centrum van het UMCU onderzoek naar deze groep. Ze gebruikten zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden. Ruim 21.000 55-plussers en 1600 huisartsen vulden vragenlijsten in. De onderzoekers analyseerden ruim 200 uitgevoerde en afgewezen euthanasieverzoeken. Daarnaast voerden zij tientallen diepgravende interviews met 55-plussers.
In totaal zijn er ongeveer 76.000 (1,34 procent) 55-plussers met een aanhoudende doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn. De onderzoekers onderscheiden drie soorten doodswensen. Mensen met een passieve doodswens leven met een verlangen naar de dood, zonder plannen te maken om de dood te bespoedigen (0,47 procent). Mensen met een actieve doodswens maken plannen of zetten concrete stappen met betrekking tot hun doodswens (0,77 procent) . Voor een deel van deze mensen staat de wens daadwerkelijk een einde aan hun leven te maken op de voorgrond (0,18 procent ofwel circa 10.000 mensen). Ruim een derde van de laatste groep zou daar graag hulp bij krijgen.
Uit het onderzoek blijkt dat de doodswens door de jaren heen kan verminderen of verdwijnen. Een deel van de ondervraagde 55-plussers zegt al het hele leven een doodswens te hebben. Hoewel zij niet kampen met ernstige ziekte, blijkt de onderzochte groep ouderen vaak wel fysieke en mentale klachten te hebben, zoals piekeren, aftakeling, eenzaamheid, afhankelijkheid en het gevoel anderen tot last te zijn.
De onderzoekers concluderen dat de term ‘voltooid leven’ in de context van de doodswens bij ouderen die niet ernstig ziek zijn, niet passend is en verdoezelend kan werken. Verder is vanwege de grote onderlinge verschillen in de groep niet met zekerheid vast te stellen of deze ouderen binnen de euthanasiewet (de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding) vallen. De onderzoekers vinden het van belang om op zoek te gaan naar manieren om de leefsituatie van ouderen te verbeteren, maar tegelijkertijd ook de doodswens serieus te nemen. Wel roept het kunnen beschikken over een zelfdodingsmiddel weer zijn eigen dilemma’s op. Het onderzoeksrapport is aangeboden aan minister Hugo de Jonge.
Project: Perspectieven op ouderen met een doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn: de mensen en de cijfers.
Projectleider: Els van Wijngaarden, Universiteit voor Humanistiek, afdeling zorgethiek
Programma: Vooronderzoek voltooid leven, projectnummer 643001001.