Besluiten of het nodig is een kind uit huis te plaatsen, is moeilijk. Het instrument ‘Beslissen over uithuisplaatsen’ leidt nog niet tot grotere consistentie in oordelen. Daarvoor is méér nodig, concluderen onderzoekers van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).

Uithuisplaatsing van kinderen is ingrijpend voor zowel ouder als kind. De Richtlijn Uithuisplaatsing geeft jeugdzorgwerkers handvatten om een objectief besluit hierover te nemen en te onderbouwen. Onderdeel is het instrument ‘Beslissen over uithuisplaatsing’, dat de besluitvorming helpt te structureren. Is het verantwoord een kind thuis te laten wonen in een moeilijke situatie, of is uithuisplaatsing verstandig ondanks de mogelijk negatieve invloed daarvan op de ontwikkeling van het kind? Hoe zwaar wegen de diverse argumenten?

Onderdelen onderzoek

Het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) onderzocht de betrouwbaarheid en validiteit van dit beslisinstrument. De onderzoekers legden aan honderd jeugdzorgwerkers op twee momenten vier fictieve casussen voor. 55 professionals kregen training in de toepassing van het instrument, de andere 45 niet. Jeugdzorgwerkers beschreven ook feitelijke beslissingen uit hun praktijk. Die vergeleken de onderzoekers met het oordeel van een onafhankelijk panel. Verder analyseerden zij enkele teamoverleggen op inhoud en besluitvormingsproces.

Verschillen tussen professionals

De resultaten bevestigen de uitkomsten van eerder onderzoek. Beslissen over uithuisplaatsen is moeilijk en professionals verschillen soms van mening over de vraag of kinderen uit huis geplaatst moeten worden. Het onderzoek laat grote verschillen in besluiten zien tussen professionals. Ook de jeugdzorgwerkers en het onafhankelijke panel oordelen vaak verschillend. Professionals beslissen na enkele maanden soms anders over eenzelfde fictieve casus, met andere argumenten. Tussen degenen die wel en niet zijn getraind in het gebruik van het instrument is er juist geen verschil. Onduidelijk is of professionals het instrument daadwerkelijk hanteerden. In teambesluitvorming is er weinig aandacht voor de voor- en nadelen van uithuisplaatsing en voor de nadelen van ambulante interventies. 

Betere inbedding nodig

Een eenmalige training is niet voldoende om een systematisch gebruik van het instrument te bevorderen, concluderen de onderzoekers. Zij doen aanbevelingen voor een betere inbedding van instrument en richtlijn in het werkproces. Bijvoorbeeld door kernoverwegingen op te nemen in het rapportageformat en te zorgen voor gestructureerde teambesluitvorming, waarbij verschillende disciplines elkaar aanvullen. En door professionals te ondersteunen met supervisie, training in besluitvormingsvaardigheden en een niet te hoge werklast. Belangrijk is verder de beschikbaarheid van voldoende alternatieve vormen van hulp voor gezinnen om uithuisplaatsing te voorkomen. Een onmisbaar onderdeel van de besluitvorming is de betrokkenheid van de ouders en de kinderen.
 


Project: Betrouwbaar en valide beslissen over uithuisplaatsing? 
Projectleider: Anne Addink, Nederlands Jeugdinstituut
Programma: Effectief werken in de jeugdsector, projectnummer 729300109 
 

Naar boven
Direct naar: InhoudDirect naar: NavigatieDirect naar: Onderkant website