Onderzoekers van het AMC hebben een eiwit ontdekt dat een hiv-besmetting kan tegenhouden. Ze ontdekten hoe zogenaamde Langerhanscellen, die zich bevinden in huid- en slijmvlies van geslachtscellen, het hiv-virus afbreken.
Seksueel contact is de voornaamste oorzaak van een hiv-infectie, wat uiteindelijk kan leiden tot aids. Het hiv-virus vermenigvuldigt zich in T-cellen. Deze cellen bevinden zich echter niet in slijmvliesweefsel dat als eerste weefsel betrokken is bij seksueel contact. T-cellen worden in een later stadium geïnfecteerd, en de vraag is hoe het virus de T-cellen kan bereiken.
In dit project bekeken onderzoekers van het AMC onder leiding van hoogleraar Theo Geijtenbeek welke cellen betrokken zijn bij de verspreiding van hiv. In het slijmvliesweefsel bevinden zich immuuncellen, de zogenaamde Langerhanscellen, die belangrijk zijn voor ons afweersysteem. Uit eerder onderzoek is bekend dat deze cellen het hiv-virus onder normale omstandigheden efficiënt afbreken. Maar dit afweermechanisme werkt niet goed als Langerhanscellen geactiveerd worden door bijvoorbeeld een seksueel overdraagbare aandoening, zoals herpes of een schimmelinfectie. Dan worden zij wél geïnfecteerd door hiv. Vervolgens nemen ze het virus mee naar de lymfeklieren, waar het virus de T-cellen infecteert.
Uit het onderzoek blijkt dat Langerhanscellen een belangrijke rol spelen in de afbraak van hiv. Ook werd het moleculaire mechanisme geïdentificeerd dat leidt tot afbraak van het virus. Het eiwit TRIM5a, dat bekend staat om zijn antivirale functie, speelt een belangrijke rol. Terwijl altijd werd aangenomen dat dit eiwit niet werkte tegen het hiv-virus, bleek het hiv-virus hierdoor juist zeer efficiënt te worden afgebroken. Dat gebeurt alleen in Langerhanscellen, waar het eiwit Langerin de antivirale functie van TRIM5a op gang brengt.
Het TRIM5a-eiwit zit in alle cellen van het lichaam, maar is dus alleen in de Langerhanscellen effectief tegen hiv. De onderzoekers zijn al in staat om dit proces in andere cellen aan te zetten, waardoor deze niet meer vatbaar zijn voor hiv. Deze vondst kan leiden tot de ontwikkeling van nieuwe methoden om hiv aan te pakken. De nieuwe kennis kan preventief worden ingezet, maar ook om het virus te vernietigen na een besmetting.
Project: Poortwachters strijden tegen hiv (geen link beschikbaar vanwege bescherming patent)
Projectleider: Theo Geijtenbeek, afdeling experimentele immunologie, Academisch Medisch Centrum
Programma:Vici, projectnummer91810619