‘Sta open voor de problemen van je doelgroep’
Migrantengezinnen maken weinig gebruik van opvoedhulp. Krista van Mourik, promovenda bij het Leids Universitair Medisch Centrum onderzocht de behoeften en ontwikkelde een geslaagde aanpak. ‘Veel ouders hebben het idee dat ze hun kind tekort doen.’
Krista van Mourik deed haar onderzoek binnen de Academische Werkplaats Samen voor de Jeugd in de regio Noordelijk Zuid-Holland. Aanleiding voor het onderzoek was het feit dat Den Haag, net als verschillende andere gemeenten, het gemeentelijke doelgroepenbeleid heeft afgeschaft. Het bleek echter dat bepaalde groepen, met een verhoogd risico op gedragsproblemen in de adolescentie en opvoedproblemen, niet goed werden bediend met het generieke aanbod aan opvoedhulp. ‘Het ging vooral om ouders van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst’, vertelt Van Mourik. ‘Wij wilden onderzoeken hoe we het algemene aanbod beter op hen konden afstemmen.’
Wat is opvoedhulp?
‘Als ouders zorgen hebben over hun kind of het opvoeden, kunnen ze daar hulp bij krijgen van gespecialiseerde organisaties, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin. Professionals kunnen bij hen thuis komen, of ouders uitnodigen voor een gesprek. Ook zijn er voorlichtingsbijeenkomsten en workshops. In ons onderzoek richten we ons op deze laagdrempelige ondersteuning voor gezinnen met kinderen tussen de 2 en 12 jaar.’
Hoe hebben jullie het onderzoek aangepakt?
‘In de eerste fase hebben we zestig diepte-interviews gehouden met ouders van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst en met Nederlandse ouders. Zij kwamen vrijwel allemaal uit achterstandswijken. We spraken over hun zorgen en waar ze in de opvoeding tegenaan liepen. Veel voorkomende vragen zijn: hoe ga ik om met driftbuien en slecht luisteren? Hoe moet ik straffen? Wat is de invloed van televisie en internet op mijn kind?’
Welke zorgen waren meer specifiek voor de doelgroep?
‘In achterstandswijken zijn meer spanningen, criminaliteit en drugsproblemen. Ook spelen kinderen minder makkelijk buiten. Het is een omgeving die veel stress geeft. Veel ouders kampen bovendien met problemen als een laag inkomen, werkloosheid en relatieproblemen. Mensen zeiden: “Ik vind opvoeden belangrijk, maar ik kom er niet aan toe. Als ik verdrietig of boos ben, ben ik niet aardig tegen mijn kind.” Daar komt voor migrantengezinnen bij dat ze ook nog eens te maken hebben met discriminatie en niet weten hoe ze hun kinderen daarop moeten voorbereiden. Moeders die nog maar net in Nederland woonden, waren nog erg hun weg aan het zoeken en hadden het idee hun kind tekort te doen bij de ondersteuning op school.’
‘Veel migrantenouders voelen zich geïsoleerd’
Waar moet bij de opvoedhulp meer op gelet worden?
‘Het is belangrijk veiligheid en vertrouwen te bieden. Er is wantrouwen, want ouders horen dat bij andere gezinnen met zware problematiek kinderen uit huis zijn geplaatst. Opvoeden is zeer privé, er is veel schaamte. Tegelijk hebben ouders met opvoedvragen juist behoefte aan verhalen en ervaringen van andere gezinnen. Velen voelen zich geïsoleerd. Door met andere ouders tijdens workshops over opvoedzorgen te praten, wordt het een normaal onderwerp.’
Wat leverde het bestuderen van de internationale literatuur over cultureel sensitief werken op?
‘Uit deze analyse bleek dat aanbieders van opvoedhulp op twee manieren rekening kunnen houden met behoeften van migrantenouders. Ze kunnen letten op de vorm: de plaatjes en taal die je in brochures en werkboeken gebruikt. Daarnaast kun je aanpassingen doen in de inhoud van de hulp. Dat laatste had meer effect op het concrete opvoedgedrag van ouders.’
Hoe heeft u uw bevindingen toegepast?
‘Omdat migrantenouders relatief veel met stress te maken hebben, hebben we een module over omgaan met stress en emoties ingebouwd in de interventie Triple P. Dat is een veelgebruikte groepscursus, waarbij ouders aan de slag gaan met opvoeden. De trainers hebben een extra training gekregen over deze module. Vervolgens hebben we deze aangepaste cursus in een pilotstudie aangeboden aan drie groepen ouders in Leiden en Den Haag. Voor de start van de interventie hebben de professionals een gesprek gehad met de deelnemers, om vertrouwen op te bouwen en gevoel te krijgen voor cultureel sensitief werken.’
Werkte het?
‘Uiteindelijk hadden we heel diverse groepen, met ouders van Nederlandse, Marokkaanse en Antilliaanse afkomst, maar ook ouders uit Syrië en Mexico. Ouders vonden het waardevol om stil te staan bij de invloed van stress en emoties bij het opvoeden. Zo waren er ouders die vertelden over hun heimwee naar familie in hun land van herkomst. Zij gingen samen nadenken over oplossingen.’
Wat is uw conclusie?
‘Met het onderzoek zijn we er in geslaagd een interventie te ontwikkelen waarmee je maatwerk kunt leveren. Een van de belangrijkste punten is: luister goed naar de doelgroep. Sta open voor hun problemen en behoefte, en pas je interventie erop aan. Zo’n aanpak is ook bruikbaar voor andere groepen, zoals voor vluchtelingengezinnen die de afgelopen tijd naar Nederland zijn gekomen en eveneens vragen over de opvoeding zullen hebben.’
Tekst: Tjitske Lingsma
Foto: Sietske Raaymakers
- Bevolkingsonderzoek darmkanker in internationale top
- Veilig thuiswonen met dwaaldetectie
- ‘Stepped care na kanker werkt goed’
- ‘Sta open voor de problemen van je doelgroep’
- Hoe sturen we een ontspoord zenuwstelsel weer bij?
- Hoe profiteren patiënten van gentherapie uit het lab?
- ‘Australiërs werken hard én spelen graag’Buitengaats
- Futurelab: brede blikColumn
- Afgeronde projectenAfgerond