Cardiac output monitoring bestaat uit een apparaat en een protocol waarbij wordt gemeten hoeveel bloed het hart per minuut wegpompt. Hierdoor kan de anesthesist tijdig ingrijpen, waardoor minder complicaties ontstaan. ‘De methode is bewezen effectief’, zegt AMC-anesthesist Bart Geerts. ‘In Engeland staat in de landelijke richtlijn dat hoogrisicopatiënten volgens deze methode moeten worden behandeld. De methode is daar goed onderbouwd. Dat moeten we in Nederland ook doen.’
Geerts en zijn collega Denise Veelo vroegen subsidie aan ZonMw om de doelmatigheid aan te tonen. ZonMw wees het voorstel af, omdat de kosteneffectiviteit van de methode al was bewezen. ‘Maar ze zagen wel in dat het kostenreductie kan opleveren.’ Daarom heeft ZonMw hen geholpen om een business case te ontwikkelen waarmee Nederlandse ziekenhuizen de methode kunnen invoeren.
Inmiddels doen 7 ziekenhuizen mee aan de pilot: VUmc, AMC, LUMC, Westfriesgasthuis, OLVG, UMCG, Albert Schweitzer ziekenhuis en Reinier de Graaf. Geerts: ‘Door de verschillende protocollen met elkaar te vergelijken, hopen we gemakkelijk en snel kwaliteitsslagen te maken. Met alle effectmetingen hopen we bovendien ook andere ziekenhuizen te overtuigen van de werkzaamheid van de methode en hen bij de pilot te betrekken.’
Eén van de grote verzekeraars wil naar aanleiding van de resultaten van de pilot beoordelen of hij de methode als standaard gaat hanteren bij de inkoop van operaties. ‘We zoeken nu naar ingangen bij andere zorgverzekeraars om de methode onder de aandacht te brengen’, aldus Geerts.
De business case is te downloaden via de website van ZonMw. Ziekenhuizen kunnen zo bepalen of zij de methode ook willen toepassen. Bart Geerts zal ze hierbij graag ondersteunen.
ZonMw is een van de partijen achter Zorg voor innoveren. Dit samenwerkingsverband van 4 overheidspartijen – het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Nederlandse Zorgautoriteit, Zorginstituut Nederland en ZonMw – wijst zorgvernieuwers de weg. Zorg voor innoveren gebruikt innovatieroutes, die aangeven via welke weg een vernieuwing het best landt in de zorg. Het traject van Geerts en Veelo toont dat wetenschappelijk onderzoek niet altijd de aangewezen weg is, als er al bewijs ligt van effectiviteit.